Tessa Kouwenhoven (gepromoveerd, vrijgevestigd bedrijfsarts en opleider bij KLM, eigenaar van Vitall, titel proefschrift PERFECTFIT @ WORK) en ik ontmoetten elkaar in Rotterdam in 2019 bij een sparsessie over veerkracht bevorderen in de zorg. Ik vertelde haar over mijn wens een boek te schrijven met de titel 'de dokter en de Olifant'. Tessa wilde samen met mij die Olifant wel tackelen en zo was er de geboorte van ons Boekproject (weer)Zin in zorg: het idee om samen diverse artsen te interviewen over hun zin en soms ook weerzin tijdens het werken in de zorg. Over hoe ze ergens ingerold zijn of juist heel bewust een bepaalde richting hebben gekozen. Hoe werk- en privé ervaringen hun kijk op het artsenvak en de geneeskunst beïnvloed hebben. Hoe kwaliteiten worden ingezet of soms juist gefrustreerd worden en hobby's een manier kunnen zijn om hier expressie aan te geven. Een mooie schrijf- en inspiratieweek in Friesland volgde. Vanaf maart 2020 interviewden wij 25 artsen en een paar leiders in de zorg. Van aios tot hoogleraar en van generalist tot superspecialist. Het leven kwam ook in zovele gedaanten voorbij tijdens ons proces van het willen delen en publiceren van deze rijke ervaringsverhalen. En anno juni 2023 hebben wij nog steeds zin om dit boek gepubliceerd te gaan krijgen!
Onze missie is om via het delen van verhalen van diverse artsen de positieve gezondheid en veerkracht te bevorderen, zodat wij duurzaam waardevolle zorg kunnen leveren.
Fragment Aimee (geneeskunde-orthopedie-promotie-huisarts)
"Mijn carrièrepad tot nu toe was een hell of a ride. Ik ben ooit begonnen met bouwkunde na eerst een gapyear in
Italie. Ik dacht altijd dat ik architect wilde worden. Na 3 maanden kwam ik erachter dat dit het toch niet was, ik
miste het sociale. Ik wilde echt wat nuttigs doen. Toen ben ik extra vakken gaan doen en geneeskunde gaan
studeren. Ik kom niet uit een artsenfamilie. Keine blasse anung hoe ik dat voor me zag. Tijdens m’n coschappen
viel ik voor de orthopedie. De eerste operatie die weet ik nog, de botsplinters vlogen me om de oren. Ik dacht ja
dit vind ik gewoon supermooi, want dit is én dat technische dat ik had bij bouwkunde, én dat sociale, met sport
en bewegen, maar ook de oudere mensen waar ik heel veel mee heb. Dus voor m’n gevoel kwam alles samen.
Bovendien is het een lekker pragmatisch vak: je hebt een probleem en je gaat het oplossen. Dus ik dacht daar
mijn ei gevonden te hebben. Daarbij had ik ook niet zo goed geweten wat ik anders had moeten doen. Ik had ook
een heel leuk coschap huisartsgeneeskunde gehad, maar dat kwam eigenlijk nicht im frage voor mij. Het was
gewoon specialist worden in het ziekenhuis. Ja, dat was het hoogst haalbare. Zo ben ik ook wel een beetje
opgevoed denk ik. Niet expliciet, niet dat m’n ouders dat verlangden van mij, maar dat was toch een beetje wat er
bij mij in zit. Van je moet wel goed je best doen, want als het je makkelijk af gaat dan reik je niet hoog genoeg. Ik
denk dat dat onbewust heeft meegespeeld. Ik vond het echt een uitdaging, dus ik was in ieder geval op de goede
weg. Toen ben ik onderzoek gaan doen. Wat ook heel leuk was. Dat was een studie die niet echt van de grond
kwam, dus ik ging dat gewoon regelen. Toen ben ik direct in een promotietraject gerold, zonder sollicitatie. Ze
zeiden: hee, wil je bij ons komen promoveren, want volgens mij kan je dat wel. Dat klonk wel als een goed idee. Ik
had ook wel een beetje angst voor het zelfstandig dokteren, om aios te worden. Met zo’n promotieonderzoek
stelde ik dat nog wat uit en had ik iets meer flexibiliteit. Ik vond mezelf geen onderzoeksbeest. Ben zo in die
promotie gerold. Klassiek zoals het destijds ging: dat je op woensdag hoort dat je op vrijdag moet solliciteren. Ik
ben toen ook aangenomen voor de opleiding en heb het onderzoek tijdens m’n opleiding afgemaakt. De beurs
was 2 jaar, het was ambitieus om in korte tijd te promoveren. Ik had er ook nooit zo over nagedacht dat er een
lintje omheen moest."